Ik leef nu in de Martha Stichting, een weeshuis annex internaat in Alphen aan den Rijn. Ik ben zes jaar oud, en de grote zwarte ijzeren poort heeft zich achter mij gesloten. Het geeft hier genoeg te eten en warme kleren heb ik nu ook. Mijn grote zus Coby vermis ik zozeer dat ik tijdelijk in een diepe depressie raak. De leeftijd bedingt wissel in de andere locaties op het terrein van de Martha Stichting, zorgt voor een onrustige tijd. Daarbij komt ook de alsmaar voortdurende wissel van het begeleidende personeel. Ook opvoeders met pedofiele neigingen maakten het leven niet aangenamer en zorgden ervoor dat ik in 1962 in een pleeggezin in Amsterdam terecht kwam. Uiteindelijk leefde ik In Amsterdam bij meerdere pleeggezinnen totdat ik eindelijk bij mijn grote zus Coby mocht wonen. Nu gaat mijn leven de goede kant op. Als NAVO-soldaat in Duitsland vind ik de vrouw van mijn leven, en alles wordt goed.